Mijn impressie van de boekpresentatie van ‘Een koloniale speeltuin’ van Miriam Sluis. Vrijdag 26 november 2010 in het Bijlmerparktheater in Amsterdam.
Where Curaçao meets de Bijlmer.
De verhouding tussen Nederland en de Caribisch-Nederlandse eilanden. Die staat centraal thema in het boek van Miriam Sluis ‘Een koloniale speeltuin’. We presenteren het boek vrijdag 26 november in het Amsterdamse Bijlmerparktheater. Natuurlijk in de Bijlmer, waar anders? vraagt Miriam Sluis mij tijdens de voorbereiding. Het klopt allemaal op die vrijdag. Rappers, goede panelleden en een thema dat ons allemaal bezighoudt; wat doen we toch samen in dat Koninkrijk?
Waarom houdt Nederland vast aan de eilanden? Is dit een morele overweging of een puur strategische, namelijk vanwege de ligging van de eilanden. Vlak voor de kust van Venezuela en speelbal van Nederland, de Verenigde Staten en Venezuela zelf. In die machtsdriehoek gebeurt van alles, soms over de hoofden van de eilanden heen. De Amerikanen hebben militaire bases op Curaçao en Aruba. Dat gaat niet ongemerkt voorbij aan Venezuela. Geopolitieke belangen dus in het Caribisch gebied.
Liefde
Komt er dan geen liefde aan te pas in het Koninkrijk? Nee, vindt antropoloog Francio Guadeloupe en zo moet je er ook niet naar kijken. De eilanden hebben herverdeling van het Nederlands kapitaal en erkenning nodig, daar hoeft geen liefde aan te pas te komen. Bovendien zijn de eilanden ook interessant voor Nederland vanuit kapitalistisch oogpunt, om er handel te drijven. Maar de eilanden willen wel meer erkenning van Nederland; de verhoudingen zijn niet gelijkwaardig.
Resortmakamba
Panellid Cassandra Vrolijk woonde 5 jaar op Curaçao en deed er onderzoek namens het ministerie van Defensie. Ze voelde zich er een resortmakamba, zo’n Nederlander die er een luxe leven leidt en na een paar jaar toch weer weggaat. Papiaments leren was moeilijk omdat Curaçaoenaars snel naar het Nederlands overschakelden, merkte ze. Misschien kwam het omdat ze zo stamelde in het Papiaments, vraagt ze zich af. Ze voelde zich uitgelachen. Schrijver Miriam Sluis woont in een heel Curaçaos dorpje, Sint Willibrordus. Nadrukkelijk niet tussen de Makamba’s. Je moet doorzetten met dat Papiaments vindt ze. Er ècht bijhoren lukt niet, maar dat hoeft ook niet. Als je je best maar doet.
De Bijlmer
Het andere panellid, Robert Coblijn, richtte een politieke partij op in Amsterdam Zuid-Oost; Bijlmerstyle. Juist om jongeren, ook Antillianen, te betrekken bij de politiek, bij de maatschappij. Hij is geboren in Nederland en gaat af en toe op familiebezoek naar Curaçao. Een thuisgevoel heeft hij daar niet maar hij voelt zich er wel prettig. In de Bijlmer zie je een bepaald soort Antillianen, legt hij uit. Op Curaçao is er een breed spectrum, ook binnen zijn eigen familie. Bijlmerstyle is ook zijn platenlabel van hiphopmuziek. In zijn nek en op zijn hand staat trots het logo getatoeëerd.
Muziek
Een van de rappers van Bijlmerstyle, de Surinaams-Arubaanse Gikkels, is aanwezig en rapt over zwart zijn. Hij mengt zich in de discussie; waarom wordt hij als donkere man met een capuchon raar aangekeken? Fresku, een half Antilliaanse rapper, verwoordt de pijn over het slavernijverleden. Het zijn rappers met een verhaal. Robert vertelt dat zijn Curaçaose vader in de drugshandel zat en dat hij ‘alle gevangenissen van Nederland van binnen heeft gezien’. Maar de weg naar boven heeft gevonden. Nu neemt hij het eerste exemplaar van ‘Een koloniale speeltuin’ in ontvangst. De Sabaanse Görgé Blackman -ze is de dochter van politicus Xavier Blackman- zingt, zonder begeleiding, haar versie van Alicia Keys’ “If I ain’t got you”. Om stil van te worden.
Verslag in de Curaçaose krant Amigoe, geschreven door Otti Thomas: